EMDR

Ook kinderen en adolescenten maken schokkende gebeurtenissen mee. Er zijn verschillende soorten gebeurtenissen waardoor kinderen en adolescenten beschadigd kunnen raken. Gelukkig verwerkt ± 80% van de kinderen, die iets heel ergs meemaken, deze gebeurtenis(sen) op eigen kracht. Bij ± 20% van de kinderen ontwikkelen zich problemen ten gevolge van deze gebeurtenis(sen). Óf zich problemen ontwikkelen en zo ja, welke, wanneer en hoe lang ze blijven bestaan hangt af van meerdere factoren.

Er is dus geen direct verband tussen de aard van de gebeurtenis(sen) en te verwachten reacties van het kind daarop. Ook de leeftijd van het kind op het moment dat het de gebeurtenis(sen) meemaakt, is een factor van betekenis. Kinderen laten verschillende reactievormen zien op verschillende leeftijden. .

EMDR komt in aanmerking wanneer het kind of de adolescent kampt met problemen, waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met eerder meegemaakte ingrijpende gebeurtenissen. Dit kan al vanaf de leeftijd van +/- 2 jaar. Bij jonge kinderen krijgen ouders of verzorgers een belangrijk aandeel in de behandeling.

Hoe werkt EMDR?
Aan het kind/de jongere zal worden gevraagd aan de gebeurtenis terug te denken inclusief de bijbehorende beelden, gedachten en gevoelens. Eerst gebeurt dit om meer informatie over de beleving te verzamelen. Daarna wordt het verwerkingsproces opgestart. Vervolgens wordt gevraagd de gebeurtenis opnieuw voor de geest te halen. Maar nu gebeurt dit in combinatie met een afleidende stimulus (doorgaans zal dat de hand van de therapeut zijn). De therapeut zal vragen de aandacht hierop te richten en daarna de hand op ongeveer 30 centimeter afstand, voor het gezicht langs, heen en weer bewegen. Een ander methode gebeurt door middel van een koptelefoon waarbij geluiden afwisselend rechts en links worden aangeboden. Na elke set wordt er even rust genomen. De therapeut zal de cliënt dan vragen wat er in gedachten naar boven komt. De EMDR procedure brengt doorgaans een stroom van gedachten en beelden op gang, maar soms ook gevoelens en lichamelijke sensaties. Vaak verandert er wat. De cliënt wordt na elke set oogbewegingen gevraagd zich te concentreren op de meest opvallende verandering, waarna er een nieuwe set volgt.